Protocol Patella Luxatie

Het onderzoek wordt geregistreerd middels het bij dit protocol behorende formulier;

Algemene bepalingen

Voor certificering van het PL-onderzoek worden uitsluitend katten van tenminste 12 maanden oud toegelaten.

De uitvoering van het onderzoek

In alle gevallen worden beide patellae van het te onderzoeken dier klinisch onderzocht in zowel een staande als liggende positie. Er zal onder geen enkel beding sedatie worden toegepast.

Methoden

Staande positie:

De onderzoeker staat achter het dier en omvat met beide handen gelijktijdig de beide knieën zodanig dat de duimen lateraal op de trochlea femoris geplaatst worden en de vingers over de patella heen de mediale zijde van de trochlea femoris palperen. Gelet dient te worden op een geluxeerde patella. Vervolgens wordt, onder maximale strekking van de knie, nagegaan of door druk vanaf lateraal (m.b.v. de duimen), c.q. vanaf mediaal (m.b.v. de vingers) een luxatie is op te wekken naar mediaal, lateraal of beide richtingen. Ook dient gelet te worden op het voorkomen van crepitatie in het femoro-patellaire gewricht. Tijdens passieve buig- en strekbewegingen wordt gecontroleerd of er pijn, crepitatie en/of habituele spontane patella luxaties optreden.

Liggende positie:

Tijdens passieve buig- en strekbewegingen wordt gecontroleerd of er pijn, crepitatie en/of habituele spontane patella luxaties optreden. Door met één hand het talocruraalgewricht te omvatten en vervolgens rotatiebewegingen van de tibia uit te voeren wordt, bij een zoveel mogelijk ontspannen dier, gecontroleerd of de patellae spontaan (zonder druk) luxeren. Een zelfde rotatie wordt daarna uitgevoerd met druk op de patella

Criteria voor een normaal gewricht.

* Bij het dier in staande positie mag de patella niet geluxeerd of luxabel zijn.

* Bij het dier in staande positie mag tijdens passieve beweging geen pijn, crepitatie of spontane luxatie worden waargenomen.

* Bij het dier in liggende positie mag, noch tijdens passieve buig- en strekbewegingen en rotatie, noch bij manuele druk de patella luxabel zijn.

Resultaat van het onderzoek.

De definitieve PL-classificatie zal in principe gelijk zijn aan de classificatie van de slechtste van de beide kniegewrichten.

De volgende classificatienormen worden gehanteerd:

Vrij

Er zijn geen aanwijzingen voor patella luxatie vastgesteld bij de betreffende kat

Voorlopig niet vrij

Uitslag (nog) niet definitief vast te stellen. Er is sprake van subluxatie naar mediaal en/of lateraal: manueel te sub-luxeren naar mediaal en/of lateraal bij gestrekte knie in staande of

liggende positie. Spontane repositie treedt op zodra de zijwaartse druk wordt opgeheven.

Bij de uitslag voorlopig niet vrij wordt de eigenaar geadviseerd dit dier niet eerder dan 6 maanden na het onderzoek aan te bieden voor een heronderzoek teneinde de definitieve status vast te stellen en certificering mogelijk te maken

Niet vrij (Ongeacht welke graad Patella Luxatie)

Luxatie naar mediaal en/of lateraal waarbij:

1 De patella manueel te luxeren is bij gestrekte knie in staande en liggende positie, waarbij spontane repositie optreedt in de trochlea zodra de zijwaartse druk en/of de endo- of exorotatie van de tibia wordt opgeheven, dan wel

2 De patella geluxeerd is of eenvoudig te luxeren is waarna de patella geluxeerd blijft doch manueel te reponeren is, dan wel

3 De patella geluxeerd is, de betreffende extremiteit gebogen wordt gehouden, de trochlea ondiep of afwezig is en - De patella met manipuleren niet in de trochlea is te brengen

© formulier en protocol: Werkgroep Patella Luxatie